Goed hooi de basis van gezondheid

Hooi: de basis voor gezondheid en balans bij paarden

Goed hooi is de basis van een gezond stalmanagement. Voor mijn paarden kies ik heel bewust voor hooi en niet voor voordroog. Hooi sluit namelijk het beste aan bij de natuurlijke spijsvertering van een paard. Door natuurlijke droging op het land komt het dicht in de buurt van het soort ruwvoer dat een paard in de natuur zou eten. Hooi van goede kwaliteit, in de juiste hoeveelheid, draagt absoluut bij aan de gezondheid, balans en het welzijn van mijn paarden.

Toch zie ik regelmatig dat de definitie van “goed hooi” nogal verschilt. Ik hoor verhalen over voordroog met schimmel of zuur ruikend kuil dat toch als geschikt paardenvoer wordt beschouwd. Niet zelden zie ik dan paarden met een verstoorde spijsvertering, wat veel ongemak en soms zelfs ernstige gezondheidsproblemen oplevert.

Wat is eigenlijk hooi?

Laten we eerst het verschil tussen kuil, voordroog en hooi uitleggen. Het onderscheid zit vooral in het drogestofgehalte en de manier van conserveren:

• Kuil: Dit is gemaaid gras dat op een kuilhoop wordt gestapeld en afgedekt met folie. Kuil heeft een drogestofpercentage van slechts 35% en wordt vooral gebruikt in de melkveehouderij. Het is niet geschikt voor paarden.
• Voordroog (kuilgras): Dit is verpakt gras dat na 3 tot 5 dagen drogen in folie wordt gewikkeld. Met een drogestofpercentage van 65% is het een nattere, gefermenteerde versie van hooi.
• Hooi: Gemaaid gras dat 5 tot 7 dagen droogt op het land en wordt geconserveerd door natuurlijke droging. Hooi heeft een drogestofpercentage van 85% en moet minimaal 6 weken narijpen voordat het eetbaar is voor paarden.

Mijn keuze: Hoewel zowel hooi als voordroog voordelen kunnen hebben, kies ik bewust voor hooi. Het is minder vochtig, natuurlijker geconserveerd, en sluit beter aan bij de spijsvertering van het paard. Kwaliteit staat hierbij voorop: ik controleer altijd op kleur, geur en structuur. Goed hooi heeft een mooie frisse kleur, ruikt aangenaam en bevat geen schimmel of overmatige stof. Ook laat ik regelmatig een ruwvoeranalyse uitvoeren om inzicht te krijgen in de voedingswaarden.

Onze hooi-keuze: luxe en lokale samenwerking

Ik ben dankbaar dat ik het hooi van mijn paarden rechtstreeks bij twee lokale boeren kan halen. Deze samenwerking biedt niet alleen continuïteit, maar ook controle over de kwaliteit van het voer.

• Alwi’s hooi: Zijn kleine balen hooi zijn een luxe. Het hooi is prachtig! Fijn van structuur en ruikt heerlijk. Mijn paarden hebben absoluut een voorkeur voor dit rijke hooi, maar als ik alleen dit zou voeren, zouden ze snel aankomen.
• John’s hooi: Zijn grote balen bieden een mooie aanvulling. Dit hooi is wat grover, langer van stengel en iets geler van kleur. Het grovere natuurhooi helpt mijn sobere paarden om op gewicht te blijven.

Door beide soorten te combineren, kan ik perfect inspelen op de behoeften van elk paard. De luxe om te kunnen kiezen maakt mijn werk zoveel makkelijker. Ik ben onze hooi-boeren ontzettend dankbaar – Hail to our haymen!

Hoeveel hooi heeft een paard nodig?

Weet jij hoeveel hooi jouw paard écht nodig heeft? Vaak lijkt een flinke hoop hooi meer dan het daadwerkelijk is. Daarom weeg ik het hooi regelmatig met een bagageweger en een bigshopper – meten is weten!

Een paard heeft minimaal 1,5% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof nodig. Voor een paard van 600 kg betekent dit:

• 9 kg droge stof per dag, wat gelijkstaat aan:
  • 10,5 kg hooi (85% droge stof), of
  • 14 kg voordroog (65% droge stof), of
  • 45 kg gras (20% droge stof).

Gras kan lastig te meten zijn, en 45 kilo per dag is vaak niet haalbaar. Daarom combineer ik gras in de weide altijd met bijvoeren van hooi, zodat mijn paarden makkelijk hun benodigde droge stof binnenkrijgen.

Het verdelen van hooi over de dag

De spijsvertering van een paard is afgestemd op het eten van kleine, vezelrijke porties gedurende de dag. In de natuur besteden paarden 14 tot 16 uur per dag aan grazen. Daarom is het belangrijk om je paard niet langer dan 4 uur zonder ruwvoer te laten staan. Het kauwen op hooi stimuleert speekselproductie, wat helpt om maagzuur te neutraliseren en maagzweren te voorkomen.

Slowfeeders zijn ideaal om paarden langer bezig te houden met hun hooi. Ik gebruik de netten van EquiCulinair met een maasgrootte van 3×3 cm. Overdag vul ik de kleinere netten, terwijl mijn paarden ’s nachts een groter net met het grovere hooi krijgen. Hierdoor hebben ze altijd wat te knabbelen en staan ze nooit zonder voer.

Daarnaast varieer ik in eethouding. De anatomie van een paard is gemaakt om van de grond te eten, maar variatie is ook belangrijk. Ik wissel daarom tussen hooi op de grond en hooi in netten op verschillende hoogtes, zodat ze hun nek en lichaam in verschillende houdingen gebruiken.

Individuele aanpassing: elk paard is anders

Mijn paarden krijgen hooi op maat, afgestemd op hun behoeften. Dit betekent niet alleen dat ik de hoeveelheid aanpas, maar ook de samenstelling:

• Sobere paarden en pony’s: Zij krijgen vooral het grovere, langstengelige hooi om op gewicht te blijven.
• Jonge en sportpaarden: Zij hebben meer energie nodig en krijgen daarom een groter aandeel van het rijkere hooi.
• Seizoensafstemming: Ik observeer mijn paarden continu en pas de hoeveelheid en samenstelling aan op basis van hun conditie en de tijd van het jaar.

Bij ons krijgt elk paard minimaal 12 tot 20 kg hooi per dag. Dit overstijgt de minimale behoefte, maar zorgt ervoor dat mijn paarden zowel fysiek als mentaal gezond blijven.